Toen ik mijn lerarenopleiding volgde in Brugge, werden
wij, als toekomstig leraar, verondersteld
om af en toe ook een les te geven. Het onderwerp mochten we vrij kiezen. Zo
kwam ik op het onzalige idee om een les te geven over kaas.
De theoretische materie kende ik wel:
- Inleiding.
- Hoe wordt kaas gemaakt.
- Soorten kaas.
- Welke kazen in welke landen. België, Frankrijk,
Zwitserland, enz...
- De rest van de reutemeteut...
Maar als je les wil geven heb je ook didactisch
materiaal nodig. Starten vanaf het begin, bij de koe of de geit, zou tamelijk omslachtig
geweest zijn om zo een beest in het klaslokaal te krijgen.
Dus bracht ik maar een kaasje mee! Geen gekochte kaas maar wat zou er nu beter zijn dan zelf
een kaasje te maken, zo kon ik gans het productieproces een beetje
aanschouwelijk voorstellen!?
Melk, zout, een vorm om de kaas model te geven, dat is
ongeveer alles wat nodig is om een kaas te maken. Niet te vergeten dat er ook
enige kennis voor nodig is.
En er is ook stremsel nodig om melk om te zetten tot kaas. Nu
moet je in een stad zoals Brugge eens op zoek gaan naar stremsel. Eén apotheker
wilde het bestellen voor mij, maar de prijs die hij voorstelde lag buiten mijn
budget.
Nu had ik ooit ergens gelezen dat erwtenpeulen ook
melk kunnen stremmen.
Dus naar de supermarkt, het was voorjaar, en daar een
handvol verse erwtjes gekocht. De erwtjes hebben we opgegeten en de peulen in
een kom melk gelegd.
Hoe lang moeten die peulen daar nu in? Weten jullie
het ? Ik toen ook niet en nu ook nog niet!
‘s Anderendaags was er in ieder geval nog geen spoor
van stremming te bekennen.
De dag daarna ook niet. Toen, na drie dagen begon de
melk plotseling te verdikken...
Ze was gewoon zuur geworden want ik had de melk niet
in de koelkast gezet om het stremmingproces niet te vertragen (dacht ik in al
mijn naïviteit). Op de koop toe had ik melk uit een brikverpakking gekocht... zulke
melk blijft zelfs buiten de verpakking zonder koeling volledig intact.
Het was toen reeds woensdag en op zaterdag moest ik
mijn kaasje hebben.
De verzuurde inhoud in een kartonnen ring bekleed met
een zuivere uitgewassen zakdoek gekieperd en dan maar wachten en kijken wat er
nadien zou gebeuren.
Dat viel wonderbaarlijk goed mee...
De witte smurrie veranderde in kaas! De geur die
opsteeg uit het doosje was onmiskenbaar de geur van zweetvoeten...
Nog een bordje op het kaasje gelegd om een mooi model
te bekomen en op vrijdag had ik iets dat zeer goed op een kaasje geleek. Een
beetje bleekjes weliswaar maar met een geweldig aroma.
Op zaterdag naar de klas, les gaan geven over kaas aan
de medeklasgenoten.
Mijn didactisch materiaal had ik een stukje
aluminiumfolie verpakt.
Mijn buurman, wij zaten toen nog mooi twee per twee
aan een bankje, weet je nog ... begon reeds vieze smoelen te trekken en hij
verdacht mij ervan, allerlei niet in een klaslokaal geapprecieerde handelingen
(nu ja, handelingen) verricht te hebben.
Toen ik tijdens de les mijn zelfgemaakte kaas uit de
folie haalde deinsde iedereen verschrikt achteruit. Een bataljon soldaten die
drie weken gemarcheerd hadden en nu hun combat boots losknoopten, dat was
ongeveer de geur die uit het folie opsteeg...
En toch : ik heb een stukje uit de kaas gesneden,
prachtig was dat, doorspikkeld met mooie kleine gaatjes. Ik heb er niet van
geproefd, van de smaak weet ik dus niets en mijn medestudenten ook niet want
zij durfden gewoon niet te proeven.
Het aantal toiletten in de school was dan ook vrij
beperkt…