zondag 12 juli 2015

Nog maar eens over varkens.





Vooreerst moet ik wat bekennen !
Ik heb een strafrechtelijk verleden !
Ik kreeg ooit “twee jaar, voorwaardelijk”. Weinig stichtend, niet ?

Tien jaar lang kreeg ik daarom geen blanco getuigschrift van goed zedelijk gedrag.
Bij het solliciteren gaf dat wel eens problemen. Als er dan streng geïnformeerd werd waarvoor ik dat verdiend had werd er nadien hartelijk gelachen en kreeg ik meestal de baan in kwestie wel.
Na die tien jaar een mooi briefje geschreven naar één of andere instantie en alles is nu kwijtgescholden maar niemand vraagt mij nu nog om een bewijs van goed gedrag en zeden...

Welke misdaden heb ik nu begaan ?
Een varken vervoerd ! In mijn auto. 
Maar ’t varken was van mijn baas of van mijn moeder ik weet het eigenlijk niet maar ik was de sigaar, de pineut !
Ik moet er wel bij vermelden dat het varken reeds geslacht was, een levend varken in een Renault R4. ‘t Zou nogal wat geweest zijn.
Sluikslachting heet dat en het vervoer van zo een sluik geslacht beest, dat mag niet!
Vermits ik de enige was die ze te pakken kregen was ik de pineut !

Het varken werd bij mijn moeder gevoerd met keukenafval ( kroketjes, tomatenroomsoep, erwtjes en worteltjes...) van bij de traiteur waar ik werkte.
Een bevriende slachter had het beest geslacht en ik voerde het nu terug naar mijn baas. Stonden daar onderweg toch wel twee rijkswachters zeker... En een R4 rijdt niet zo heel snel...!
Nadien heb ik pas gezien dat die rijkswachters met de fiets waren! Het ook al heel lang geleden.

Enfin, dat heeft wat rompslomp opgeleverd. Naar de rechtbank, veroordeeld wegens crimineel gedrag en een voorwaardelijke straf gekregen,  maar ik heb er geen trauma aan overgehouden.

Enkele jaren nadien vraagt men mij om ergens in de Pyreneeën een vakantie te organiseren voor leden van “Shape”, zijnde Amerikaanse militairen.
Ze zouden naar een soort pension in de Pyreneeën komen, de periode tijdens kerstmis en Nieuwjaar.
- Of zij speciale wensen hebben?
- Als het kan een “suckling pig” aan het spit....een speenvarkentje...

Dus samen met een vriend ergens een speenvarken op de kop getikt, het beest panklaar gemaakt, in lakens gewikkeld en goed diep in de koffer van de auto verstopt. Alle persoonlijke bagage er boven op gelegd want ik moest met dat beestje over de Franse grens. Als de gendarmerie mij daar zou tegenhouden en dat varkentje vinden, ja dan zou het feest waarschijnlijk niet doorgaan !
Men had mij gezegd dat ik als grensovergang “den dronckaert” moest nemen, bij Menen.
Daar is nooit geen controle want de douanen zitten er altijd in ’t café en de grens is altijd open !
Dus via “den dronckaart” naar Frankrijk.

En, wat staat daar aan de grens ?
Juist, een boom van een douanier, met een dikke snor, de hand in de lucht: stoppen !
Hij loopt rond de wagen, ik de venster al opengedraaid, hij komt naar mij toe en zegt : “lettre de nationalité !”. Ik begreep hem gewoon niet, van zenuwachtigheid natuurlijk.
Zegt hij er nog bij, maar dan in ’t Frans; daar in de sigarettenwinkel...!
Toen ik in de winkel kwam wist ik het, er plakte geen “B” op mijn auto.
Dus een  “B’eetje” op de achterruit geplakt en weg wezen, zo snel mogelijk.
Dat stom ding had mij twee jaar in de cel kunnen draaien...( denk ik nu zeer dramatisch...)

Bij aankomst in de “Pyrenées Orientales”; niemand van Shape te bemerken!
Zij hadden het vakantieverblijf gezien, gewikt, gewogen en te licht bevonden en zij waren verder naar Barcelona gereden.
Geen ramp, voor mij was het ook maar vakantie, maar daar zat ik met 17 kilo varken in een compleet onbewoonde omgeving. We hadden juist geteld één stel buren, een paar oudjes met hun gekke zoon, op een afstand van 12 kilometer.

Dus dat werd alle dagen; gebakken varken, gestoofd varken, gegrild varken, gerookt varken, hutsepot met varken ...
Mini hammen en worsten gemaakt, de buren geïnviteerd. Toen deze buren ons vroegen om eens bij hun te komen eten, eerst eens voorzichtig geïnformeerd of het toch geen varkensvlees zou zijn. We hadden daar zo stilaan genoeg van...Als presentje hebben we hun toen enkele speenvarkenskoteletjes gegeven, mooi ingepakt, met een rood lint en een strik er rond !  Spécialité Belge.






Maaltijdcheques



Op een mooie namiddag draait er een chique zwarte Mercedes het erf op van boer Sjarel.

De boerin komt nieuwsgierig kijken, wie er op het erf gereden komt. Een klein manneke stapt uit de auto en vraagt of de boer thuis is. Ach zegt de boerin, hij is in het varkenskot, ga maar eens kijken ge zult hem wel herkennen, hij heeft een rood klakske op.

De man komt bij het varkenshok en zegt: dag boer Sjarel. Mooie varkens hebt ge daar.
Ja, ja, dat vindt Sjarel ook.
Enne, wat geeft ge die beesten zo al te eten?
Ach, zegt de boer de boer, zo wat afval van de tafel, de rotte patatten en wat meel. Water als ze dorst hebben.
Haha, zegt het klein manneke, ik ben Michel Vandenbosch van Gaia en gij behandelt uw varkens als beesten. Dat wordt een boete van 2500 euro. Dat zal u leren om uw varkens slecht voer te geven.

Enkele weken later komt er weer een zwarte Mercedes het erf opgedraaid, een man stapt uit vraagt waar de boer is… weer in ’t varkenskot… Nu met een blauw petje...
Schoon varkens Sjarel, en wat krijgen die beesten zoal te eten?
Ach, zegt de Sjarel, als voorgerecht geef ik ze nu een carpaccio van geelvintonijn. Als hoofdgerecht een tournedos bearnaise met kroketjes en als dessert mogen ze kiezen uit chocolademousse, sabayon of vanilleroomijs.

Ja man, is de repliek, ik ben Jos Geysels, de voorzitter van de 11-11-11 actie en dat wordt dus een fikse boete… Terwijl de rest van de wereld vergaat van de honger verkwist gij hier duur luxe voedsel aan uw varkens. 2500 Euro boete!

Nog eens een paar weken later. Zelfde scenario. Mercedes draait het erf op. Een man stap uit en wil boer Sjarel zijn varkens zien.
En, wat eten die beesten hier zoal?

Ach zegt de Sjarel nu, ik geef ze maaltijdcheques, zo kunnen ze vreten wat ze willen…

Over een kikker




Toen ik nog naar de hotelschool ging, die van Koksijde, hadden we daar een paar serieuze kleppers van leraars. 
Ik zal hun namen niet vernoemen, maar ze zijn later bijna wereldberoemd geworden.

De zaalleraar had de gewoonte om in de namiddag als hij naar huis reed, een kan met resterende soep mee te nemen. ( Hij had thuis ook nog een klein pensionnetje, begrijp je ?) Hij zette dan eerst een aluminium kruik met soep buiten, naast de keukendeur, om af te koelen. Zo een kruik werd vroeger ook veel gebruikt om melk in te vervoeren.

Op een mooie namiddag komen wij, de leerlingen, van de klaslokalen, die vrij ver verwijderd lagen van het hoofdgebouw. Onderweg hadden we in de duinen (aan zee dus) toevallig een pracht van een groene kikker gevonden... en men weet maar nooit wat er met een kikker aan te vangen is, niet…?
Stond daar toch zeker wel die ketel met soep, die ondertussen al helemaal afgekoeld was, naast de keukendeur.
Wie kan er zich nu een gezelliger kikkerbadje voorstellen, dan zo een ketel soep ??

We hebben er later nooit iets van gehoord, maar ik zou graag het gezicht van de leraar gezien hebben als hij zijn emmertje soep thuis open maakte en daar een frisse kikker zag die zo een beetje angstig naar hem keek en “kwaak” deed!

Of erger nog veronderstel dat de kikker in het bord van één van zijn gasten terecht zou gekomen zijn …?

Een eitje voor de papa...



Nog een verhaal van lang geleden. Misschien spraken de dieren toen nog wel.
Het was op een mooie zomerse zondagmiddag en we zouden een koud buffet gaan opzetten ergens in een klein stadje dicht bij Brussel. Ik werkte toen bij een traiteur, zie je?
We reden met een propvol geladen stationwagon ergens tussen Mechelen en Brussel... toen het noodlot toesloeg! We kregen een lekke band. Rechts achter.
Iedereen uit de auto,... toen lukten we er nog in om zeven personen in één auto te stoppen, plus alle borden en glazen en voedingswaar. De auto moest leeg gemaakt worden want de krik stak onder de laadvloer.

Goed, de krik onder het koetswerk gezet... en wat bleek: het was een foute krik. Waarschijnlijk van een andere auto. Dan maar van de nood een deugd gemaakt en zo goed en kwaad het ging een poging ondernomen om de  auto toch omhoog te krikken. Tot de krik gewoon door het verroeste chassis van de wagen heen schoot, terwijl een stapel borden in de vernieling helpend.

En daar sta je dan.... Ergens ten velde waar je niemand kent, geen GSM’s, die bestonden toen alleen nog maar in de verhalen van Suske en Wiske. In hun schoen, weet je nog ?
Kapotte wagen, geen krik, en een honderdtal personen die bijna aan tafel zaten te wachten om aan te vallen aan het buffet.

Even verder zagen we een garage van Renault en daar zouden we een poging wagen, of die brave garagist ons misschien niet verder kon helpen...
Een mens moet niet altijd pech hebben in het leven, die hadden we nu al genoeg, en een sympathieke jongeman ( nu , ja ?) met een handvol kleine kinderen aan de ene hand en een garagekrik meeslepend aan de andere hand kwam ons ter hulp.
- Ach, ja het was wel zondag, maar met pech zitten en dat in onze situatie....! We zijn op aarde om mekaar te helpen, niewaar?

Het duurde geen 10 minuten of er stond een ander wiel onder de wagen en we konden verder rijden richting Brussel. Hij zou zelfs de lekke band herstellen tegen vanavond als we terug kwamen.... het risico om nog eens  lek te rijden was redelijk klein.

Af en toe dachten wij wel dat er een speciale engelbewaarder bestaat voor traiteurs...!

In de late namiddag, het buffet was afgelopen en we reden terug huiswaarts.
Er waren minder gasten gekomen dan voorzien en de auto stak nog vol met diverse overschotten. Misschien wel genoeg voor een twintigtal personen.

Nog even de herstelde band gaan ophalen en dan zat onze dagtaak er bijna op.
Toen  we aan de garage kwamen zat de brave man buiten naast zijn voordeur, samen met zijn vrouw, zijn kinderen en de hond. Het herstelde wiel stond naast hem.

Op een zondagnamiddag aan zijn voordeur zitten was toen nog een traditie...
- Hoeveel de herstelling kostte ? 
- Oh, zo weinig maar en dat op een zondag ?

Maar hebben jullie al eten voor vanavond ?
’ t  Zouden maar boterhammen zijn...
- Enne hebben jullie beleg genoeg om daar bij te eten ?
- Kom we zullen even een handje toesteken. De vrouw des huizes werd aangemaand om alle kommen en potten die ze in huis had naar buiten te halen....

Toen startte buffet nummer twee.
De familie stond in slagorde te wachten, elk met een bord in de hand. 
- Kom steek je bord uit:

-een eitje voor de papa,
-een eitje voor de mama
-een eitje voor het dochtertje
-een eitje voor de zoon
-een eitje voor de hond...
-een stukje zalm voor de papa,
-..... enz...

Zo gingen we nog even door tot de garagistenfamilie begon te klagen dat ze veel te veel te eten kregen...
- Bel dan de familie of de buren maar..!

We zijn vrolijk naar huis gereden met een hersteld wiel en in Mechelen zijn we een goede portie frieten gaan eten, met stoofvlees en mayonaise...


De braadkip.



Om het nieuwe project niet te zwaar te beginnen, een waar gebeurd verhaal...(?)

Op een mooie avond zo rond tien voor zes is de lokale slager na een drukke dag, bezig met alle producten uit zijn toonbank naar de grote koelkast te verplaatsen. U kent dat wel de uitgestalde vleeswaren enzovoorts liggen bovenaan en onderaan de toonbank is een koelruimte waar de voorraad ligt.
Op dat ogenblik komt er een dame binnen  en vermits de toonbank bijna leeg is vraagt ze aan de slager of hij nog een kip heeft.
De slager duikt in de onderste koelkast en er blijkt nog één kip in voorraad te zijn.
Hij haalt de kip uit, toont ze aan de vrouw en zegt;:  kijk deze hier. Er plakt zo een klein stickertje op met het gewicht, 1,2 kilo : honderd en twintig frank.’t Was nog in de tijd van de Belgische frank.
De vrouw bekijkt de kip en vraagt of hij geen andere heeft, een beetje groter...
De slager duikt weer naar beneden, trekt de vleugels van de kip wat open, verwijdert het stickertje met het gewicht en drukt de kip een beetje platter, kwestie dat de kip een beetje volumineuzer lijkt. Hij toont ze.
Kijk zegt ie, 1,4 kilo: honderd veertig frank.
De vrouw bekijkt ook deze kip even. Maar ze vindt deze ook wat te klein.
Maar, zegt ze; weet ge wat, geef ze mij alle twee !