In Kandahar, Afghanistan, heb ik de beste
lambrochettes ooit gegeten. ’ t Is wel eventjes geleden en alles lijkt nadien doorgaans
mooier dan het toen was.
Zo is het ook mogelijk dat alles lekkerder
smaakt na een vermoeiende reis door de woestijn met als standaard menu, dadels,
nog eens dadels, Betterfood koeken met sardines uit blik, zure gegiste augurken
en water als drank,... als er al water was.
Ik zal beginnen bij het begin.
In 1974 en 75, hebben wij zoals vele hippies
toen deden, een paar reisjes gemaakt naar Kathmandu in Nepal, 28.000 kilometer
heen en terug, aller/retour! ( Ik ben niet de enige in onze familie die een
beetje geschift is, mijn zuster is samen met haar echtgenoot te voet rond de
wereld gewandeld.)
Wij vertrokken in Antwerpen in de schaduw van Lange
Wapper op het Steenplein en arriveerden twee maanden later weer in Antwerpen
maar dan op de grote markt onder Brabo’s fonteinen.
Daar als eerste werk, een groot pak frieten
gaan halen en schuimende Stella’s drinken!
We deden de reis in een aftands Mercedes
minibusje dat een maximum snelheid haalde van zestig kilometer per uur. Het
busje kon wel, zij het traag, over de hoogste bergen klimmen dank zij de
verkleinde overdracht in de versnellingsbak.
Heroïsche tijden waren dat toen !
We reden gemiddeld een vijfhonderd kilometer
per dag, we sliepen buiten waar er ook maar plaats was en we aten in kleine
lokale straatrestaurantjes... We aten er alle variaties van kebab, mutton
curry, chapati, linzensoep, brood en alles wat verteerbaar was... Roomijs met
hasjiesj, gezouten fruitsap en we dansten de chachacha in het toilet, of wat daar
moest voor doorgaan, als er weer eens overvloedig hete pepers in het eten gesukkeld
waren. We leerden ook al snel dat als het voedsel op je bord nog een beetje
bewoog, je het best niet verder kon opeten.
We hebben in het zand vastgezeten, op een gammel
vlot over de Brahmaputra gevaren omdat de brug weg was en nadien in het slijk
geploft. Versnellingbak hersteld en lekke radiator ter plekke gerepareerd met
een papje gemaakt van een droge vijg en een stuk touw, en dat een maandverband perfect
kan functioneren als dieselfilter...
We hebben een douanier de mouw uit zijn hemd
gescheurd omdat hij ons niet door wou laten zonder eerst steekpenningen te
geven.
We hebben geleerd hoe je brood moet bakken in
een kuil in de aarde, we hebben schapenyoghurt gegeten bij de herders in Anatolië,
kaviaar uit een gamel 'gedegusteerd' in Iran, en een bord met hete-peper-omelet
over een Indische ober zijn hoofd gekieperd...
Tijdens de eerste trip heeft mijn vrouw
geelzucht gekregen, we waren toen in Iran op de terugweg maar ze kon niet meer mee
met bus. Ik had toen nog vijftig dollar en twintig Duitse mark op zak.... Toch
zijn we thuis geraakt, met het vliegtuig....!
Heel wat anders hoor dan het gezeur dat je nu
hoort bij Thomas Cook of Neckermann... dat was nog echt reizen!!!
Afghanistan, we reden er telkens twee keer
door. Onder andere door de beruchte woestijn van Baloechistan waar je de
politie moest verwittigen vooraleer er door te mogen... en terug aanmelden aan
het einde van de rit. Een gebied dat ook nu nog steeds zeer gevaarlijk is.
Baloechistan ligt grotendeels op Pakistaanse bodem maar grenzen zijn aldaar
onbekend.
Drie steden deden we aan in Afghanistan,
westelijk was dat Herat, in het oosten was het de hoofdstad, Kaboel en
zuidelijk de boevenstad, Kandahar.
In Afghanistan reden we meestal ’s nachts
omdat het overdag te heet was. Hoe warm het was dat weten we niet meer want de
thermometer die tot vijftig graden ging is kapot gesprongen.
Water goten we in aardewerken kruiken die dan langs
buiten aan de bus gebonden werden, de kruiken werden vochtig aan de buitenkant
door de poreuze wand en door de luchtstroming tijdens het rijden koelde het
water zoals de beste koelkast... Maar in
dergelijke landen drink je beter thee, bittere gunpowder thee, met suiker....
geloof me vrij...
In Afghanistan betaalde je enkele centen voor een
pot thee en nadien telde men hoeveel brokjes suiker je genomen had. De suiker
was steeds duurder dan de thee.
En de toiletten aldaar? Het mooiste toilet, nu
ja, was buiten, juist voor de ingang van het theehuis: een put in de grond en
daarboven een wiebelende plank.
Maar nu over die lamsbrochettes in Kandahar.
In vele eethuisjes daar, restaurant is een
beetje overdreven, werden die spiesjes verkocht. Ik heb ze nooit geteld maar ik
denk dat je zo een twintigtal brochetjes kreeg als portie. De pennen waarop het
vlees stak waren gemaakt van plaatijzer. Zeer lange gelijkzijdige driehoeken.
De basis één centimeter breed en de hoogte of de lengte, twintig centimeter.
Enige centimeter voor de punt was in het metaal een sierlijk krul gedraaid. Die
moest beletten dat het vlees te hoog zou gaan kruipen.
Op die punt staken een vijftal kleine stukjes
lamsvlees en tussen elk stukje vlees zat een klein blokje vet. Vet van de
staart van het vetstaartschaap...!
Het
vetstaartschaap, misschien beter bekend onder de naam karakul of karakoelschaap. Het is van dit schaap dat
vroeger, en nu nog, bontmantels gemaakt werden. Van de pasgeboren lammetjes.
Het werden dan “persianer” of “astrakan” of “breitschwanz” mantels of jasjes...
De brochettes
werden buiten voor de ingang van het restaurant gegrild door de “maître
rôtisseur”. De spiesjes lagen te roosteren op een soort smalle bloembak waarin
gloeiende houtskool smeulde. Aan een razend tempo draaide de grillmaster de
spiesjes om en om ... Het vet zorgde er voor dat het vlees supermals werd en
ook een heerlijke smaak kreeg. De brochettes werden op een stapel opgediend op
een gedeukt geëmailleerd bord. Je kreeg er brood bij, sla, komkommer, yoghurt,
rijst en gestoofde aubergines.
Een cola koste evenveel als de ganse
maaltijd... Van een biertje kon je alleen dromen.
Eén probleem, ik zou verdorie niet meer weten
hoe het restaurant heette of waar het zich juist bevond... Misschien is het
reeds plat gebombardeerd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten