Tijdens mijn lessen heb ik nogal de gewoonte
om een korte tijdsspanne aan te geven als; de tijd nodig om een “Weesgegroetje”
te bidden. Daarbij even rondkijkend om te controleren of er nog wel cursisten
zijn die dat nog kunnen. Meestal valt het wel mee....
Nu onlangs vond ik in een boek, handelend over
de middeleeuwse keuken, een voor mij, onthutsend hoofdstukje.
Een gebedje werd in de Middeleeuwen gebruikt
als tijdsaanduiding!
Lees even mee : de tekst is lichtjes aangepast.
Tot diep
in de 14de eeuw werd de tijd bepaald door de kerkklok, die niet alleen de
kerkelijke getijdendiensten aangaf maar ook de verdeling van de dag en de nacht
in twaalf uren elk. Dat betekende dat de lengte van die uren wisselde met de
seizoenen: in de winter waren de daguren kort en de nachturen lang, omdat het
dan kort licht en lang donker was; en in de zomer was dat juist andersom. Pas
tegen het eind van de 13de eeuw moet de mechanische klok met gelijke uren zijn
uitgevonden, zoals wij die nu kennen, en pas in de loop van de 14de en 15de
eeuw raakte deze echt ingeburgerd. Maar dat betekende toen nog lang niet dat
mensen exact gingen denken in uren, minuten en seconden, en dat ze hun leven
daarnaar inrichtten.
In de
keuken werkte men dus in de middeleeuwen niet met exacte kooktijden volgens de
klok, maar met een zandloper of volgens de lengte
van een gebed of op het gevoel; en een uitdrukking zoals we in kookboeken
vinden, dat karnemelk met eidooiers 'een
paeter noster lanck' op het vuur
moet staan stijven, dus zolang als een 'Onze
Vader' duurt, is in dat licht begrijpelijk. Ook de uitdrukking 'een Miserere tijts lange' komt uit die praktijk voort, want ook dat
duidt op de duur van een gebed; een
heel kort schietgebed in dit geval.
Eigenlijk is het eerder verwonderlijk dat er in een 16de-eeuws kookboek al vrij
vaak in uren wordt gedacht, en ook in halve uren, zoals bij het stampen van
amandelen 'wel anderhalf ure lanck' , waarop we hierboven reeds wezen. Die
exactheid kwam via de Franse keuken uit Italië, waar aanduidingen van tijd en
ook van hoeveelheid iets eerder in zwang raakten dan ten noorden van de Alpen.
Nauwkeurigheid
in maten en gewichten was nog moeilijker te bereiken dan in uren, want terwijl
de uren van de mechanische klok, toen die eenmaal was uitgevonden, overal even
lang waren, bestond er op het punt van hoeveelheden een verwarrende
verscheidenheid: iedere stad had haar eigen ponden, pinten, kroezen en
veelvouden of onderdelen daarvan, zodat een kok daarmee niet anders dan bij
benadering kon werken als hij of zij een recept uit een vreemd land overnam.
Dat er daarnaast werd gewerkt met 'een
lutsken', 'een weijnich' of 'een hantvol', was dan ook volkomen normaal.
Zelfs bij medische recepten voor drankjes en gorgelwater, komen dergelijke vage
aanduidingen voor (de kroon spant 'een handtwolleken' van een aantal kruiden in
een recept , verkleinwoord van 'een hantvol'), naast tamelijk exacte opgaven
als 'een half loot' of '5 pont', '6
loot' en 'drie pijnten' .
Eén van mijn collega’s schreef in een recept
om een “kluts witte wijn” bij een bereiding te voegen, dat moge nu duidelijk
zijn hoeveel dat is: een “lutsken”....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten