’t Is weer enkele jaren geleden, het was in
het piepkleine dorpje Douchapt, in Frankrijk. Ik werkte daar regelmatig als
keukenchef in een 'table d'hôte" maar elk jaar komen we daar ook samen met
enkele vrienden om een weekje vakantie te nemen tussen Kerstmis en Nieuwjaar,
met als hoogtepunt oudejaarsavond.
Onze buurman Michel, een typisch algemeen gekend
dorpsfiguur, kwam vragen of ik niet even een ritje voor hem kon maken naar een
naburig dorp, want als hij dat zou doen met zijn tractor, zou dat uren duren,
en zo verder.
Hij wou naar een “bouilleur de cru “, gaan…. dat
is een alcoholstoker !
Nu zou het huis nog aan het branden mogen zijn
maar zoiets dat kon ik niet afslaan !
Een” bouilleur” is een persoon die nog
toelating heeft van de Franse staat om alcohol te stoken. Hoe de wet in mekaar
steekt is vrij ingewikkeld, alleen heb ik begrepen dat er, juist zoals in
België, heel wat “ gefoefeld” word met de regels van de wet en dat iedereen er zo
zijn eigen vrije interpretatie over heeft.
Tijdens de zomer en herfst verzamelen de
“boeren” uit de streek allerlei vruchten die verder voor niet veel goed zijn.
Ze worden gestockeerd in grote plastieken bakken, zeg maar vuilnisbakken. (Deze
containers worden uitsluitend, gelukkig maar, gebruikt voor dit doel.)
Wordt er ook wat suiker bijgedaan, ik zou het
niet weten. Suiker levert nadien meer alcohol op maar mag wettelijk niet
toegevoegd worden.
De vruchten beginnen spontaan te gisten en ongeveer
tegen kerstmis stopt de gisting en men verkrijgt dan een zure vruchtenwijn met
een vrij hoog alcoholgehalte.
In de streek, maakt men zo “wijn” van
pruimen, mirabellen en soms zelfs van druiven!
Nu, Michel had zes vuilnisbakken vol met gegiste
pruimen en of ik ze naar de “brander” wou brengen ?
Met veel plezier natuurlijk !
Met veel plezier natuurlijk !
Ik had, heb nog, en altijd gehad, een vrij grote
auto, een break (of stationwagon) ! Ongelukkigerwijze was de auto toen zo goed
als spiksplinternieuw.
De bakken met pruimensmurrie in de auto
gestouwd, en dan volgt een ritje van tien kilometer. Op zeker ogenblik denk ik
dat ik de weg naar rechts moet nemen, maar nee, non, non à gauche … ’t is naar links…!
Fors remmen en ..! Resultaat, uit minstens
vier vuilnisbakken zwiept er een grote kwak van die pruimensmurrie op het
tapijt van mijn nieuwe auto. Maanden nadien begonnen toevallige passagiers in de
auto snuffelende geluiden te maken en even naar mij te kijken, twijfelend of ze
wel verder zouden meerijden.
We zijn zonder verdere problemen bij de stoker
geraakt.
Komen we terecht op het achtererf van een soort
boerderij waar een dampend mobiel distilleertoestel staat opgesteld in volle
werking. Rondom de stookketel, eenden, ganzen (die mij gebeten hebben!) en de
onvermijdelijke meute honden die naar iedereen en alles beginnen te blaffen. In
de tuin lopen massa’s kippen die de resten van vorige stooksels aan het
oppikken zijn. Enige buren staan met de handen in de zakken toe te kijken, de
helpers van monsieur Maurice, de stoker.
Maître Maurice, controleert met argusogen
het distilleerproces. Dit wil zeggen:
de gegiste pruimen of andere gistende vruchtenmassa
wordt in de distilleerketel gegoten. De ketel
(alambic) wordt hermetisch gesloten en verwarmd in een bain-marie tot een
temperatuur van 96°C of zo wat. Het vuur wordt gestookt met grote houtblokken
en afbraakhout.
De alcohol in het vat verdampt sneller dan het
water en deze alcoholdampen worden nadien afgekoeld en gecondenseerd tot “eau
de vie”.
Dit is de simpele uitleg. Ik ga hier niet compleet
beschrijven hoe alcohol gemaakt wordt, want daarna de beambten van de accijnzen
op mijn dak krijgen, niets daarvan…!
Het enige controleapparaat dat mijnheer Maurice
gebruikt, is een densimeter die in de uitlopende alcohol drijft. Als het
alcoholgehalte daalt tot minder dan 40 %, dan stopt hij het proces. Als het
hele distilleerproces afgelopen is bekomt hij alcohol van 60 °!!!
Even terug naar de aankomst.
Buurman Michel, die werd verwacht, maar maître
Maurice wist niet dat hij zou komen samen met een Belg in een auto met
Belgische nummerplaat. Ik werd daarom door een volksraad eerst grondig
gescreend. Welke mijn politieke ideeën zijn? Of ik geen communist ben? Of ik
iets te maken heb met Chirac, zowel voor als tegen. Of ik alcohol drink, welke
schoenmaat ik heb.?..
La Belgique, c’est quand même un pays communiste,
non…? Et Charles de Gaulle, qu’est ce que
tu en pense ???
Gelukkig was ik geslaagd in het examen! Ik werd
aanvaard.
Als praktijkproef nam monsieur Maurice een
glaasje, waar duidelijk de hele buurt reeds uit gedronken had, veegde het nog
even schoon aan zijn schort en liet het vollopen met hete pruimenalcohol van
zestig graden, recht uit de alambic.
Er is dan geen keuze meer; drinken, of
verzuipen en je gezicht verliezen...
Erg vond ik dat nu niet. Het glas dus in één
teug naar binnen gekiept. Stoere macho ! Maar drie dagen later liep ik nog
steeds rond met pijn aan de maag waar vermoedelijk een gat in gebrand was.
Mijnheer Maurice woont in een oude “Van Hool”
autobus. Zonder wielen en deuren weliswaar maar opgesteld op een serie oude
bierkratten!
Kippen, katten en honden zijn de huisgenoten.
Er stond een lange tafel in de bus met twee banken, één aan elke kant. De tafel
zelf stond afgeladen vol met vieze lege limonade- en mosterdglazen en plastic Vittelflessen,
gevuld met alcohol van allerlei stooksels die hij voordien gebrouwen had.
Een verplicht nummer was nu om van alle
stooksels te proeven en er een oordeel over uit te spreken…
Vanaf glaasje nummer vijf herinner ik mij niet
veel meer… mijn denkvermogen gaf forfait.
Toch goed thuis gekomen, er is niet zo veel
verkeer op die regionale wegen in de Périgord.
Maar ’s anderendaags jongens…die twee vechtende kameeltjes
onder mijn schedeldak !
Enkele jaren nadien kom ik in een chique
winkel in Périgueux, eigenlijk kwam ik daar regelmatig, en we beginnen zo wat
te palaberen met de baas van de winkel over het bereiden van foie gras. De eigenaar, van de winkel, Stephan, die mij ook al lang kent begint wat
“geheimen” prijs te geven. Hoe lang te marineren, temperaturen enzovoorts…
Zeer belangrijk vertelt hij, de finesse
bestaat er in om aan de foie gras een paar druppels pruimenlikeur van Maître
Maurice toe te voegen.
Maar ja, als Belg zou ik die toch niet kunnen
verkrijgen….
Mijn auto stinkt nog steeds een beetje naar de
pruimenalcohol van “Maître Maurice”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten